Rechtszaak

Gespecialiseerd advocaat procesrecht Den Haag

Gelijk hebben is niet altijd gelijk krijgen. Voor het winnen van een rechtszaak is uitstekende kennis van het burgerlijk procesrecht noodzakelijk. Rechtszaken worden vaak verloren omdat er een fout wordt gemaakt in de procedure. Het is dus heel belangrijk dat u in een procedure wordt bijgestaan door een advocaat die deskundig op het gebied van civiel procesrecht. Bij Zwan Advocaten vind u die expert. Wij zijn gespecialiseerd in procesrecht (en lid van de Vereniging van Incasso en proces Advocaten V.I.A.).

Welke rechter: kantonrechter of rechtbank?

Uw rechtszaak kan worden gehouden bij de kantonrechter, de rechtbank en in hoger beroep bij het Gerechtshof . Daarnaast staat in sommige contracten een zogenaamd arbitragebeding. Dan vindt de procedure plaats voor een arbiter of scheidsrechter bij een arbitragetribunaal.

Welke zaak bij de kantonrechter?

De kantonrechter behandelt verschillende soorten zaken, zoals:

  • procedures tot een bedrag van € 25.000,-;
  • Arbeidszaken;
  • Huurzaken;
  • Consumentenkoopzaken;
  • Consumentenkredietzaken met een krediet tot € 40.000,-;
  • Bewind;
  • Curatele;
  • Mentorschap;
  • Het verwerpen of (beneficiair) aanvaarden van een erfenis.

Bij de kantonrechter bent u niet verplicht om een advocaat in te schakelen. Alle partijen kunnen hierbij zelf het woord voeren.

Maar bij ingewikkelde zaken doet u er goed aan om toch een advocaat in te schakelen. Kennis van het procesrecht en proceservaring kunnen voor een betere uitkomst van de procedure zorgen. Zwan Advocaten is gespecialiseerd in het procesrecht en kan u goed helpen bij het voeren van een procedure bij de kantonrechter.

Wanneer dient uw zaak bij de rechtbank?

Zaken die niet door de kantonrechter worden behandeld en een belang van meer dan € 25.000,00 hebben, worden behandeld door de sector civiel, ook wel sector handel, van de rechtbank. Daar is altijd de rechtsbijstand van een advocaat verplicht. U moet dan een advocaat hebben.

Dagvaarding of verzoekschrift?

Een procedure begint altijd met een dagvaarding of een verzoekschrift. Het grootste deel van de procedures start met een dagvaarding. In een dagvaarding wordt door de partij aangegeven wat de eis, de vordering is en er worden gronden en bewijzen aangedragen.

Een procedure die wordt ingeleid met een dagvaarding wordt ook wel een vorderingsprocedure genoemd. Dit omdat men in zo’n procedure bijna altijd iets van de wederpartij te vorderen heeft. In een vorderingsprocedure zijn er partijen die iets van elkaar te vorderen hebben en de rechter vragen om te beslissen over deze vordering. Als de rechter uitspraak doet in zo’n procedure, wordt dat het vonnis genoemd.

Verzoekschriftprocedures komen veel minder voor. Dit soort procedures zijn voornamelijk in het personen- en familierecht en in het arbeidsrecht te vinden. Maar ook een verzoek tot het straten van een voorlopig getuigenverhoor of een voorlopig deskundigenverhoor begint met een verzoekschrift. In een verzoekschrift wordt een rechter verzocht om een bepaalde uitspraak te doen. Een voorbeeld van een verzoekprocedures zijn procedures waarbij iemand de rechter verzoekt om een persoon onder bewind te plaatsen. Als de rechter uitspraak doet in een verzoekschriftprocedure dan wordt dat een beschikking genoemd.

Hoe verloopt een civiele rechtszaak?

De dagvaarding moet door een deurwaarder aan de wederpartij worden uitgereikt. Dat heet de betekening van de dagvaarding. In de dagvaarding staat vermeld wanneer de wederpartij, ook wel gedaagde genoemd, voor de rechter moet verschijnen. Op die datum krijgt die partij de gelegenheid om schriftelijk verweer te voeren tegen de vordering of het verzoek van de eisende partij. Dat moet in een conclusie van antwoord. De wederpartij zal dan in een conclusie van antwoord toelichten waarom hij het niet eens is met de eisende partij en daarvoor gronden en bewijzen aandragen.

Nadat beide partijen hun standpunten hebben aangegeven volgt meestal de mondelinge behandeling (comparitie van partijen). De comparitie van partijen is voor de rechter bedoeld om meer informatie te krijgen en te bekijken of de zaak kan worden geregeld of er een schikking kan worden gesloten. Partijen krijgen verder van de rechter ook nog de kans om hun zaak te bepleiten. De rechter kan dan ook vragen stellen. Als er een schikking wordt overeengekomen, wordt deze gelijk in een proces verbaal door de griffier vastgelegd.

Als de rechter van mening is dat de zaak niet geschikt is voor een comparitie van partijen, wordt de procedure verder schriftelijk voortgezet. Partijen krijgen dan de kans om op elkaars standpunten te reageren. Dat wordt de repliek en dupliek genoemd.

Als de rechter de feiten duidelijk heeft, dan doet hij een uitspraak. Als dit nog niet het geval is na de vorige stap, dan kan de rechter bepalen dat er nog meer schriftelijke of mondelinge rondes volgen. Daarnaast kan de rechter een zogeheten tussenvonnis wijzen, waarin bijvoorbeeld getuigenbewijs moet worden geleverd door één van de partijen. Aan het eind van de zaak wijst de rechter een eindvonnis.

Wanneer kan ik in hoger beroep?

Het hoger beroep is een herbeoordeling van uw zaak. Als u het niet eens bent met de uitspraak van de rechtbank, dan kunt u in veel gevallen in hoger beroep. Een andere hogere rechter (meestal het Gerechtshof) kijkt nog een keer naar de feiten en beslist daarna of hij het eens is met het oordeel van de rechtbank of dat hij een andere uitspraak doet.

Zoals gezegd kunt u in veel gevallen in hoger beroep. Er is wel een aantal voorwaarden waaraan u moet voldoen voordat u in hoger beroep kunt.

  • De rechtbank met een eindvonnis hebben gewezen of er moet expliciet hoger beroep tegen een tussenvonnis zijn toegestaan.
  • In hoger beroep moet u in civiele procedures altijd worden vertegenwoordigd door een advocaat. U kunt dus niet zelf hoger beroep instellen.
  • De zaak moet een financieel belang hebben van boven de €1.750,- (in civiele zaken).
  • De termijn mag niet verstreken zijn. Bij civiele procedures is de termijn meestal drie maanden, behalve in geval van een kort geding. Dan is de termijn korter, namelijk vier weken.
  • De zaak moet geschikt zijn voor hoger beroep. In sommige procedures (zoals procedures over het ontbinden van een arbeidsovereenkomst) is het volgens de wet niet mogelijk om in hoger beroep te gaan.  

In civiele procedures moet u in hoger beroep gaan via een advocaat. Die stelt een appeldagvaarding op. Deze wordt door een deurwaarder aan de wederpartij of diens advocaat uitgereikt. In de hoger beroep dagvaarding, ook wel appeldagvaarding genoemd, hoeft nog niet vermeld te worden waarom u het niet eens bent met de uitspraak van de rechtbank.

Tegenwoordig worden beide partijen al vrij snel daarna door het hof uitgenodigd voor de zogenaamde comparitie na aanbrengen. Deze is te vergelijken met de comparitie van partijen bij de rechtbank. Maar het gerechtshof kan ook beslissen dat er verder schriftelijk wordt geprocedeerd. Dan dient uw advocaat de memorie van grieven indienen waarin uitvoerig staat beschreven waarom u het niet eens bent met de uitspraak van de rechtbank. De wederpartij mag daar dan op reageren in een memorie van grieven. Soms wordt nog een mondelinge behandeling door het gerechtshof gelast, maar dat hoeft niet. Overigens heeft iedere partij wel het recht op een mondelinge behandeling. Uw advocaat kan hierom verzoeken. Tot slot wijst het hof een arrest. Hierin verklaart de rechter het beroep (deels) gegrond of ongegrond.

Is hoger beroep instellen verstandig?

Het hangt van verschillende factoren af of het verstandig is om in hoger beroep te gaan. Soms is het raadzaam om specifiek alleen hoger beroep in te stellen tegen een deel van een vonnis dat niet voordelig voor u is. Het Gerechtshof beoordeelt dan alleen dat deel. Maar daarmee loopt u wel het risico dat de wederpartij incidenteel hoger beroep instelt. De nieuwe uitspraak kan voordeliger, maar ook nadeliger zijn dan de uitspraak door de rechtbank. Als een beroep echter kansrijk is, dan is het instellen van appèl uiteraard de moeite waard zijn.

Wanneer een kort geding?

Een kort geding is een speciale korte procedure voor gevallen waarin de rechter gelijk een uitspraak doet en een beslissing neemt in een spoedeisende kwestie die geen uitsel duldt.

De belangrijkste voorwaarde voor een kort geding procedure is het zogeheten “spoedeisend belang”. Vanwege het karakter van het kort geding moet er een spoedeisend belang zijn, anders is deze procedure niet geschikt. U heeft bijvoorbeeld een spoedeisend belang als iemand dreigt om vertrouwelijke informatie van uw bedrijf te delen of als er anders een onomkeerbaar gevolg zal optreden (bijvoorbeeld het kappen van een boom). Bij een incassozaak is er ook al snel sprake van een spoedeisend belang, bijvoorbeeld omdat het geld nodig is voor uw levensonderhoud of het voortbestaan van uw bedrijf. Er wordt een belangenafweging gemaakt tussen de belangen van de eiser en de belangen van de gedaagde.

Een voorwaarde die hier mee samenhangt is dat de zaak niet te complex mag zijn. Vanwege de korte termijnen en de snelle uitspraak van de rechter, kan de zaak niet te ingewikkeld zijn. De rechter, die in een kort gedingprocedure optreedt als voorzieningenrechter, heeft namelijk bij een kort geding geen tijd om erg uitgebreide stukken te bestuderen of om ingewikkelde rechtsvragen te behandelen. In het geval van ingewikkelde zaken zult u dus een bodemprocedure moeten opstarten.

Advocaat procesrecht nodig?

In een groot aantal procedures is het verplicht om vertegenwoordigd te worden door een advocaat. Het is erg belangrijk is om te worden bijgestaan door een specialist met ruime proceservaring. Zo’n specialist vindt u bij Zwan advocaten. Onze aanpak kenmerkt zich door onze expertise en onze betrokkenheid. Bent u betrokken in een geschil of procedure en benieuwd wat Van der Zwan advocaten voor u kan doen? Vul dan onderstaand contactformulier in of stuur een e-mail met een uitleg over uw juridische kwestie naar info@zwanadvocaten.nl

Contactformulier

Contact

Van der Zwan Advocaten
Adelheidstraat 76

2595 EE Den Haag

T. 070 – 789 00 90
E. info@zwanadvocaten.nl