Welke voorwaarden zijn er voor een indeplaatsstelling bij bedrijfsruimte?
Bij huur van bedrijfsruimte wordt in beginsel een contract voor 5 plus 5 jaar gesloten tussen u en uw bedrijf als huurder en de verhuurder. Er kan zich gedurende deze periode een situatie voordoen waardoor u uw bedrijf niet meer kan of wil voortzetten of dat u ergens anders wil gaan huren. Wat zijn dan uw mogelijkheden?
U bent gedurende de contractduur in principe gebonden aan de gesloten overeenkomst met de verhuurder. Maar een indeplaatsstelling kan een oplossing zijn om toch van het huurcontract “af te komen”. Een indeplaatsstelling houdt in dat een derde (een nieuwe huurder) uw bedrijf en daarbij de huurovereenkomst van u verneemt.
Op grond van artikel 6:159 BW kunnen partijen (huurder en verhuurder) met elkaar overeenkomen dat een partij haar rechtsverhouding (de huurovereenkomst) tot de andere partij overdraagt aan een derde door middel van een akte. Maar het kan natuurlijk zo zijn dat de verhuurder niet instemt met het overdragen van de huurovereenkomst aan een derde. In dat geval kan u als huurder bij de rechter een machtiging tot indeplaatsstelling vorderen (art. 7:307 BW). Hiervoor moet een dagvaardingsprocedure worden opgestart.
Indeplaatsstelling door middel van een machtiging
Wanneer op grond van artikel 7:307 BW door middel van een dagvaarding een machtiging tot indeplaatsstelling bij de rechter wordt gevorderd, zijn er drie eisen die de rechter zal toetsen. Aan alle drie de eisen moet worden voldaan, te weten:
De huurder moet het in de gehuurde bedrijfsruimte uitgeoefende bedrijf aan een derde overdragen. Dit houdt in dat er geen machtiging wordt verleend wanneer de nieuwe huurder de betreffende bedrijfsruimte wil gaan gebruiken om daar een ander bedrijf uit te oefenen.
De rechter moet eerst nagaan of u als oorspronkelijke huurder een zwaarwichtig belang heeft bij de overdracht. Indien hiervan sprake is dan zal de rechter een belangenafweging maken tussen uw belang en de belangen van de verhuurder. Dit kan ertoe leiden dat de machtiging toch niet wordt verleend ondanks dat er bij u een zwaarwichtig belang is.
Wanneer de nieuwe huurder niet voldoende waarborgen kan bieden wijst de rechter de vordering tot indeplaatsstelling af.
Ten slotte is nog van belang dat de rechter aan het verlenen van de machtiging voorwaarden kan verbinden. Wanneer aan deze voorwaarden door de nieuwe huurder niet wordt voldaan kan de rechter daaraan consequenties verbinden.
Advocaat huurrecht en vastgoedrecht in Den Haag
Wilt u uw huurovereenkomst voor bedrijfsruimte overdragen en heeft u zelf te maken met indeplaatsstelling en zoekt u een gespecialiseerd advocaat huurrecht en vastgoedrecht? Neem gerust contact op met ons kantoor op het nummer 070 – 789 00 90 of via info@zwanadvocaten.nl. Tevens is het mogelijk om hieronder uw gegevens achter te laten en dan nemen wij vervolgens z.s.m. contact met u op!