Voor bepaalde activiteiten en handelingen heeft u een vergunning nodig. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan het aanleggen van een dakterras of het houden van een evenement. Een vergunninghouder mag er in beginsel vanuit gaan dat wanneer een vergunning eenmaal definitief is verleend, hij daar gebruik van mag maken. Dit kan in een aantal gevallen toch anders zijn. Bij het verlenen van een vergunning zijn niet altijd alle betrokken belangen ter sprake geweest. Als betrokken derde kunt u schade oplopen of last hebben van een activiteit of handeling waar een vergunning voor is verleend. U wilt dan natuurlijk weten of u ondanks het feit dat er een vergunning is verleend, toch nog iemand voor uw schade kunt aanspreken.
Een onrechtmatige daad is een toerekenbare onrechtmatige gedraging van een persoon, een onderneming of van de overheid, waardoor schade is veroorzaakt. Op grond van de wet dient de veroorzaker de schade te vergoeden.
Voordat de wederpartij gehouden kan worden de schade te vergoeden, moet zijn voldaan aan de volgende vereisten:
Wanneer aan deze vereisten is voldaan, is degene die de schade heeft veroorzaakt (veelal) verplicht de door u geleden schade te vergoeden. Het feit dat iemand een vergunning ergens voor heeft kan het onrechtmatige karakter van de handeling echter wegnemen.
In sommige gevallen kan er ondanks de aanwezigheid van een vergunning voor een bepaalde activiteit of handeling toch sprake zijn van een onrechtmatige daad.
Allereerst kan het handelen met een vergunning onrechtmatig zijn als er aan de vergunning verbonden voorwaarden worden geschonden. De voorwaarden van een vergunning zijn namelijk met een doel opgenomen, waaronder vaak het voorkomen van overlast. Schending van deze voorwaarden zal dan ook tot onrechtmatigheid kunnen leiden.
Ook als er gehandeld wordt conform de voorwaarden van een vergunning, kan er in bepaalde gevallen sprake zijn van onrechtmatigheid. Sinds een arrest van de Hoge Raad uit 1972 is het vaste rechtspraak dat een vergunning niet vrijwaart tegen aansprakelijkheid uit een onrechtmatige daad. Er kan namelijk sprake zijn van hinder wat een inbreuk op een eigendomsrecht kan vormen. Onder hinder moet een stoornis in het genot van een eigen onroerende zaak worden verstaan, zoals bijvoorbeeld geluidsoverlast of stankoverlast.
Of de hinder ondanks een vergunning leidt tot aansprakelijkheid hangt af van de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor toegebrachte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval. Hierbij moet onder meer rekening worden gehouden met het gewicht van de belangen die door de hinder toebrengende activiteit worden gediend en de mogelijkheid om maatregelen ter voorkoming van schade te nemen. Om te beoordelen of er een mogelijkheid was om maatregelen ter voorkoming van de schade te nemen, wordt rekening gehouden met de daaraan verbonden kosten en de bereidheid van de partij daartoe.
De door de Hoge Raad uiteengezette lijn wordt nog altijd gevolgd, waardoor een vergunning een vergunninghouder niet per definitie vrijwaart tegen claims omtrent onrechtmatige hinder.
Juridische hulp nodig?
Heeft u ernstige schade opgelopen door een vergunninghouder en wilt u weten wat uw mogelijkheden zijn? Van der Zwan Advocaten is gespecialiseerd in het aansprakelijkheidsrecht. Heeft u vragen of wilt u worden bijgestaan door Van der Zwan Advocaten? Neem dan – uiteraard geheel vrijblijvend – contact op voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek.
Laat uw gegevens achter en wij nemen binnen 24 uur contact met u op