21 november 2016 – Een belangrijk beginsel in het Nederlandse recht is het rechtszekerheidsbeginsel. Om de rechtszekerheid te dienen, kan een vordering na verloop van tijd niet meer bij de rechter worden afgedwongen. Wanneer dit gebeurt dan is de vordering verjaard. In dit artikel zal besproken worden wat verjaring inhoudt, wat de duur is van de meest voorkomende gevallen van verjaring en wat u kunt doen om verjaring te voorkomen.
Wat is verjaring?
Als gevolg van rechtszekerheid dient er een einde te komen aan de periode waarin een vordering te gelde gemaakt kan worden. De wetgever heeft daarom een regeling gemaakt waardoor na verloop van tijd geen beroep meer gedaan kan worden op een vordering uit een te ver verleden. Een dergelijke termijn heet een verjaringstermijn.
Van verjaring is sprake als de schuldeiser (crediteur) binnen de verjaringstermijn geen beroep heeft gedaan op de vordering op de schuldenaar (debiteur). Wanneer er geen termijn zou zijn, is het bijvoorbeeld mogelijk dat de erfgenaam een beroep doet op een vordering van bijvoorbeeld tachtig jaar oud. Dit zal onwenselijk zijn en veel rechtsonzekerheid met zich meebrengen.
Wat is het gevolg van verjaring?
Wanneer iemand een vordering heeft op een ander (bijvoorbeeld salaris, een lening, schade etc.) dan dient deze schuldeiser de schuldenaar te laten weten dat hij een beroep doet op deze vordering. Doet hij dat niet of niet binnen de verjaringstermijn dan verjaart de vordering.
Dit betekent niet dat deze vordering verdwijnt. Het betekent wel dat deze niet afgedwongen kan worden bij de rechter. Indien de crediteur een procedure zou starten na de verjaringstermijn dan zou deze worden afgewezen als de schuldenaar een beroep doet op de verjaring.
Hoe lang is de verjaringstermijn?
De standaard verjaringstermijn bedraagt 20 jaar. Indien niet anders is bepaald in de wet dan geldt deze verjaringstermijn. Er zijn echter veel situaties waarvoor een (vaak kortere) verjaringstermijn geldt.
Kortere verjaringstermijn
Hieronder worden enkele situaties benoemd waar er sprake is van een kortere verjaringstermijn.
Mogelijkheden om verjaring te voorkomen
Er is ook een aantal situaties mogelijk waarbij de verjaring niet het einde van het verhaal is. Ten eerste is er de mogelijkheid om – voordat een vordering is verjaard- de verjaring te voorkomen door deze te verlengen. Dit wordt stuiting genoemd. Daarnaast kan een schuldenaar aangeven dat hij afstand doet van de verjaring. Dit is pas mogelijk wanneer de verjaringstermijn al is verlopen. Tot slot is het ook mogelijk om een vordering te verkopen aan een derde, zoals een incassobureau of factoringmaatschappij, waardoor alle rechten overgaan maar ook alle risico’s zoals het risico van verjaring. Dat betekent dat u waarschijnlijk een lager bedrag ontvangt voor uw vordering dan het nominale bedrag welke u in principe zou kunnen vorderen indien u de vordering niet verkoopt.
Hulp nodig?
Heeft u vragen over de verjaring van uw vordering? Bel dan vrijblijvend op voor het maken van een afspraak naar tel: 070 – 789 00 90.